Uitgangspunten windzoeklocaties RES

Bij de verkenning naar nieuwe windzoeklocaties op het grondgebied van RES Alblasserwaard worden vanuit de gemeenteraden van Gorinchem en Molenlanden de volgende uitgangspunten gehanteerd.

Communicatie

  • Het zoekproces naar mogelijke nieuwe windzoeklocaties is een gezamenlijk proces van alle vier de RES-partners. Waar dat mogelijk is, communiceren hierover in gezamenlijkheid, vanuit de RES-organisatie. 
  • We nemen de bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden in onze gemeenten vanaf de start goed mee in het verkenningsproces, zodat besluiten die aan het einde genomen worden niet als een verrassing komen.

Daarom zijn we al gestart met communiceren over de start van het proces. Per ijkpunt in het proces bekijken we welke boodschap we communiceren naar de verschillende doelgroepen.

  • We zorgen voor een professionele communicatiestrategie met een helder doel, een kernboodschap, planning, scherp beeld van de diverse doelgroepen, de juiste middelen per doelgroep. 
  • We communiceren in heldere taal zodat de boodschap voor een breed publiek begrijpelijk is. 
  • In onze communicatie zijn we open en eerlijk, met aandacht voor zowel de lusten als de lasten.

Procesparticipatie door bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden

  • Het participatieproces zal worden gestart op basis van een concreet politiek voorstel met een beperkt aantal wind(zoek)locaties.
  • Voorafgaand aan het participatieproces maken we helder wat het kader van beïnvloeding is. Per participatie-activiteit zullen we dit ook steeds opnieuw vaststellen en kenbaar maken. We zorgen dat bewoners weten wat zij met hun inbreng kunnen bereiken.
  • We handelen naar het participatiebeleid van de aan de RES deelnemende overheden.
  • We zijn transparant over de wijze waarop de input uit het participatieproces gewogen wordt in het besluitvormingsproces.
  • We spannen ons in voor representativiteit in het participatieproces.
  • In het participatieproces benoemen we zowel de (potentiële) lusten als de lasten van (specifieke) nieuwe wind(zoek)locaties.
  • We streven ernaar om alle vragen te beantwoorden; als het tijdens een participatiemoment niet direct kan, dan doen we dat op een later moment.

Ruimtelijke ontwikkeling

  • Wettelijke normen voor de plaatsing van windturbines, zoals geluids-, natuur en veiligheidsnormen, gelden als kader voor de verdere verkenning (vertaald in een ‘vlekkenkaart’). Eventuele aanscherpingen van wettelijke normen worden tijdens de verkenning ingepast.
  • Locaties langs of nabij bestaande infrastructuur (wegen, water, spoor, energie etc.) hebben de voorkeur.
  • Locaties waar al sprake is van enige vorm van landschappelijke aantasting in de nabijheid (bijvoorbeeld door energie-infrastructuur, grote bedrijfsgebouwen) hebben de voorkeur boven plekken die nog (relatief) onaangetast zijn.
  • Slimme programmering van het elektriciteitsnet speelt een belangrijke rol in de locatiekeuze.
  • Locaties in de nabijheid van grote bronnen van energieverbruik hebben de voorkeur, om het elektriciteitsnet te ontlasten.
  • Een positieve netindicatie van netbeheerder Stedin weegt mee in de prioritering van potentiële locaties.
  • (Substantiële) opwekking van zonne-energie in de nabijheid van potentiële windzoeklocaties is een pre.
  • We houden waar mogelijk rekening met nog te verwachten ruimtevragers (nieuwe woonwijken, wegverbredingen, bedrijfsuitbreidingen etc.). We maken koppelingen met de omgevingsvisies, met ontwikkelingen op andere beleidsterreinen die een ruimtelijke dimensie hebben en de ‘ruimtelijke puzzel’ op provinciaal niveau.

Rekening houden met gemeentelijk, provinciaal en nationaal erfgoed (onder meer Kinderdijk, Nieuwpoort, Noordeloos, binnenstad Gorinchem en de historische linten) en de landschappelijke kwaliteit van het Groene Hart heeft de voorkeur, om de belevingswaarde zo min mogelijk aan te tasten.

  • We kijken voor de effecten van locaties over de gemeentegrenzen heen, dus bij potentiële windzoeklocaties nabij de gemeentegrens gelden bovenstaande criteria óók over de gemeentegrens. Met gemeenten die beïnvloed worden door de betreffende locaties wordt in een vroeg stadium contact gezocht.
  • Op basis van bovenstaande uitgangspunten worden (waar mogelijk) kaartlagen gemaakt, om zo in een kaartbeeld visueel te kunnen maken welke invloed de toepassing ervan heeft op mogelijke (zoek)locaties voor windenergie.

Privaat spoor/eigendom

  • Wat betreft de privaatrechtelijke aanpak en het eerlijk verdelen van revenuen van nieuwe windturbines hanteren we de volgende uitgangspunten in de verkenning:
  • Nieuwe windmolens moeten maatschappelijk en financieel rendement brengen voor de regio. Iedereen moet de kans krijgen om hiervan te profiteren en desgewenst zeggenschap te verwerven, waarbij extra aandacht en mogelijkheden uitgaan naar de direct omwonenden. Daarvoor zijn verschillende vormen denkbaar. Bijvoorbeeld door prijszekerheid (voor elektriciteit), instelling van een omgevingsfonds en/of enige vorm van financiële participatie. Daarnaast kan sprake zijn van planschade, mitigerende (geluids)maatregelen en schadevergoeding.
  • We streven naar maximaal lokaal eigendom (zo mogelijk >50%). We streven naar een businesscase die positief genoeg is om dat mogelijk te maken.
  • De publieke uitgangspunten zijn leidend voor een initiatiefnemer.
  • De voorkeur gaat uit naar binnenlandse initiatiefnemers. Regionale betrokkenheid en/of publieke sturing of eigenaarschap is een pre.
  • We zien het als mogelijkheid dat gemeenten privaatrechtelijk een actieve rol spelen, bijvoorbeeld als (mede)investeerder, of -eigenaar, of als partner van (de oprichting van) een energiecoöperatie.
  • Door slimme procesvoering en communicatie streven we naar het voorkomen van grondspeculatie (omdat dit nadelig is voor de businesscase en dus lokale revenuen).

Verdiepende onderzoeken

  • We onderscheiden twee fases in de verkenning naar nieuwe wind(zoek)locaties:
  • De 1e fase bestaat uit het onderzoeken van wettelijke ‘harde belemmeringen’. We hanteren hiervoor landelijke normen, of (conservatieve) inschattingen van aanstaande landelijke normen waar die nu ontbreken. Behalve dat we de harde belemmeringen in beeld brengen, kijken we ook naar mogelijkheden om (een deel van) deze belemmeringen weg te nemen.
  • In de 2e fase nemen we lokale, regionale en provinciale uitgangspunten mee (waarover dit memo gaat). Deze fase eindigt met een voorstel voor (een shortlist van) nieuwe wind(zoek(locaties.
  • In de bestuursovereenkomst wordt gesproken van het bepalen van “reële en haalbare locaties” voor 31 december 2023.
  • We werken met heldere definities (bijvoorbeeld van ‘woongebied’) en zijn transparant over de verschillende normen en uitgangspunten die we hanteren.